Geert Lovink on Fri, 11 Mar 2011 14:36:36 +0100 (CET)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] impact van sociale media, utrecht, 24 maart, 15.00


DATUM : 24 maart 2011 vanaf 15.00 uur
LOCATIE : Academiegebouw. DOMPLEIN 29 TE UTRECHT
(in het centrum, naast de domtoren)
ENTREE : GRATIS. AANMELDING VERPLICHT
( via aanmeldingsformulier op www.algebranetwork.com)

Sociale media zijn in korte tijd een belangrijke en eigen rol gaan spelen in het publieke debat. In de protesten in het Midden Oosten speelde sociale media als Facebook en Twitter een centrale rol. Inmiddels zijn er alleen al op Facebook een half miljard mensen aangesloten en de CEO is door het blad Time verkozen tot de man van het jaar. De publicatie van geheime ambtsberichten via Wikileaks ontketende een wereldwijde discussie over de vrijheid van meningsuiting en de openbaarheid van informatie. En ook in Nederlands blijken sociale media effectieve instrumenten om kwesties te agenderen. Steeds meer politici maken er dan ook gebruik van. Wat staat ons nog meer te wachten? Welke trends doen zich voor op dit gebied? Hoe zien politieke en maatschappelijke agendavorming eruit in het digitale tijdperk? Welke kansen en bedreigingen doen zich voor op het gebied van bijvoorbeeld, privacy, vrijheid van meningsuiting, en sociale cohesie? Welke kansen en bedreigingen bieden sociale media voor de maatschappelijke organisaties in politieke en maatschappelijke agendavorming in het digitale tijdperk ? Deze vragen staan centaal tijdens deze conferentie.
Het programma voor de middag ziet er als volgt uit:
15.00 – 15.20 Ontvangst
15.20 – 15.30 Opening door stichting Algebra
15.30 – 15.50 Key note speach door Sadik Harchaoui, voorzitter Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) en voorzitter Raad van Bestuur Forum 15.50 – 16.20 Presentatie door Geert Lovink, lector Interactieve Media aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en docent Nieuwe Media aan de Universiteit van Amsterdam 16.20 -17.10 Panelgesprek met Stephan Okhuijsen, hoofdredacteur Sargasso.nl, Merel Noorman, adviseur RMO, Ed Klute, directeur Miramedia, Mahelia de Randamie, Strateeg Social Media, Dick Rijken, Lector IT en Samenleving (o.v.) 17.10 – 19.00 Interactieve Workshop GameMechanics door Carla Hoekendijk, Consultant New Media en Games
19.00 – 21.00 Diner

STELLINGEN

Inleiding: “Twitterrevolutie of vertwitterde revolutie? Twitterrevolutie. Laat die term vallen en niemand schijnt meer te weten waar het over gaat. De een meent dat sociale media als Twitter en Facebook onmisbaar waren om de massa’s in Tunesië en Egypte te mobiliseren, dat die opstanden er zelfs aan toegeschreven dienen te worden, terwijl sceptici er fijntjes op wijzen dat ook in het internetloze tijdperk mensenmeute’s de straat op gingen en regimes aan het wankelen brachten.” (Bron: Hans Schnitzeler voor De Nieuwe Reporter).
1) De gebeurtenissen in het Midden Oosten en Noord Afrika worden  
aangeduid met termen als Twitterrevolutie en Facebookrevolte.  
Sociale media worden als katalysator, en soms zelfs als ontkenende  
factor van deze revoluties genoemd. In de rest van de wereld worden  
sociale media ook aandachtig in de gaten gehouden: trending topics  
op Twitter en hypes op Facebook kunnen  uitgroeien tot wereldwijde  
trends en blogs als Huffington Post worden toonaangevend voor de  
wijze waarop nieuws wordt gepresenteerd. Politici twitteren, net als  
managers, hoogleraren, studenten en huisvrouwen en dagelijks komen  
er meer Twitteraars en Facebookers bij. Als Facebook een land was,  
zou het met zijn 500 miljoen leden na China en India de meeste  
inwoners hebben. Sociale media hebben een plek in het dagelijks  
leven van vele mensen gevonden. Toch komen de meeste berichten op  
piekmomenten, gericht op de eigen omgeving en tijdszone. Wie wilt er  
immers om 04.00 uur uit zijn bed komen om te twitteren over een leuk  
feestje in New Jersey?
De stelling luidt: Sociale media zorgen ervoor dat we steeds meer  
gericht zijn op onze directe omgeving  en daardoor minder interesse  
hebben in zaken die daarbuiten vallen.
2) Dagelijks worden er miljoenen tweets en facebookberichten  
geplaatst. Nieuws wordt vloeibaar dankzij de constante stroom van  
duizenden berichten over dezelfde gebeurtenis. Dit heeft gevolgen  
voor de betrouwbaarheid van informatie en de koers die het publieke  
debat kan varen. De stelling luidt dat, ondanks de onzekere  
betrouwbaarheidsfactor, dit proces een meerwaarde is voor het  
publieke debat: meer geluiden kunnen gehoord worden en ook de minder  
harde schreeuwers krijgen de kans hun zegje te doen. Sociale media  
zijn een verrijking.
3) Google versus Facebook, Twitter versus Path: er lijkt een strijd  
gaande om de aandacht van internetgebruikers en potentiele klanten.  
Trendvoorspellers zien echter een groeiende invloed van de zogeheten  
aanbevelingscultuur: we zijn eerder geneigd om te kijken naar wat  
onze vrienden leuk vinden, dan zelf op zoek te gaan. De stelling  
luidt: Sociale netwerken zullen in de toekomst van grotere invloed  
zijn dan zoekmachines op het gedrag van internetgebruikers.
4) Wikileaks, cablegate en Julian Assange: Zijn dit namen en termen  
die gelijk doen denken aan illegaal ontsloten geheime informatie en  
cyberspionage? Of aan openheid van informatie, verantwoordelijkheid  
van overheden om hun burgers te informeren? De ontwikkelingen  
hieromtrent roepen heftige reacties op, sommigen zijn fel voor (denk  
aan Anonymous), anderen zijn juist  tegen Wikileaks (zoals Sarah  
Palin en Mark Rutte). De stelling luidt: dit soort klokkenluiders  
initiatieven moeten juist aangemoedigd worden, sterker nog: tijd  
voor open data/open government!
5) De beïnvloeding van het publiek debat gaat de een makkelijker af  
dan de ander. Webcare-teams worden en masse in het leven geroepen om  
online het imago van een bedrijf gezond te houden, of om draagvlak  
te creëren voor bepaalde initiatieven of acties. Reclamebureaus  
worden massaal ingezet om virals te maken en sinds kort zijn er ook  
gespecialiseerde marketeers die zich uitsluitend richten op sociale  
media. De een is er beter in dan de ander. Zo kan sociale media ten  
goede worden gebruikt, maar het kan zich ook tegen je keren: Kijk  
maar naar BP na de ramp in de Golf van Mexico en de acties tegen  
‘foute chocolade’. Mensen laten ook hun stem horen via sociale  
media, om ongenoegen te uiten of juist hun tevredenheid. De stelling  
luidt: Het beïnvloeden van het publiek debat via sociale media is  
goed, want het toont de stemming van het volk.
6) Met het bovenstaande in het achterhoofd houdende: kunnen we dan  
zeggen dat sociale media meer zijn dan een hype?

______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).